maandag 23 oktober 2017

Hulp voor Much

Vandaag vroeg opgestaan om er voor te zorgen dat ik op tijd op het busstation zou zijn: de supervisor, die met mij mee zou reizen naar Tunidadush, had mij verteld dat de bus om 7.00 uur zou vertrekken en dat ik 3 uur zou moeten wachten als ik te laat kwam. Maar helaas, de bus was er en wij waren er, maar de bus bleek pas vlak na 9.00 uur te vertrekken, omdat er vandaag bijna geen passagiers op kwamen dagen.
Rond 10.30 uur kwamen we in Tunidadush aan en konden we moeder en Much (spreek uit: "Moeg") bij hun huis vinden. Vader zou gehaald worden, omdat hij naar het bos gegaan was om hout te verzamelen (gelukkig niet op jacht, want dan zou hij de rest van de dag weg blijven). Even later kwamen we hem zelf tegen, zodat we hem konden vragen naar zijn huis te gaan voor een gesprek met mij. Hij stemde in.

Toen we een kwartiertje later naar het huis van Much gingen, gaf de schooldirecteur van Tunidadush aan ook bij het gesprek te willen zijn en gingen we dus met zijn drieën op pad (n.b.: de Gumuz-collega, die met mij mee zou gaan, had op het laatste moment andere verplichtingen, waardoor de supervisor, die geen Gumuz is, maar wel Gumuzinja kan spreken en verstaan, alles zou vertalen; de schooldirecteur ging ter ondersteuning mee, maar kan ook geen Gumuzinja spreken en verstaan: hij was uiteraard ook benieuwd naar mijn plan).
Na de nodige begroetingsrituelen, had ik alleen vader en een aantal andere mannelijke dorpsgenoten als gesprekspartner, dus vroeg ik of het mogelijk was om ook moeder bij het gesprek te betrekken. Dat bleek te kunnen, waarna we echt konden starten.



Na eerst uitgelegd te hebben dat ik hen graag wilde helpen met Much om er samen voor te zorgen dat zijn armen en benen qua botten en spieren sterker zouden worden, liet ik hen een tekening zien van het loopwagentje dat ik voor hem wil laten maken. Daarna haalde ik een 'knijpbal' te voorschijn en deed voor hoe Much die zou moeten gebruiken om meer kracht in zijn handen en armen te krijgen. Much was even verbaasd toen hij de bal in zijn handen kreeg, maar ging al snel nadoen wat zijn grote broer voordeed. Knijpen in de bal bleek eerst erg moeilijk voor hem, maar later lukte hem dit wel door 2 handen tegelijk te gebruiken. De bal bood natuurlijk ook andere mogelijkheden en al snel werd het wegrollen/-gooien en er achter aan lopen en kruipen een leuk spel voor iedereen die aanwezig was, maar vooral voor Much, die aan alle kanten straalde van blijdschap. Hoe langer we bezig waren, hoe meer hij rechtop ging lopen en op bepaalde momenten lukte het hem zelfs om een beetje te rennen (erg lastig voor hem door de vervormde rechtervoet).

Tijdens het gesprek waren er diverse dorpsgenoten toegestroomd en al snel werd mij duidelijk dat de bedoeling van mijn komst aanvankelijk anders ingeschat was: de R.K. kerk blijkt namelijk regelmatig gehandicapte kinderen 'op te halen' om ze in een 'boarding school' te plaatsen in Addis (iets om verder navraag naar te doen en uit te zoeken...). Duidelijk gemaakt dat ik daar niet voor kwam en dat mijn inzet er op gericht zal zijn om Much en ouders te helpen in hun opvoeding van Much: als Much lichamelijk sterker is, is het de bedoeling om met hem toe te werken naar plaatsing op de dorpsschool.
Toen het iedereen duidelijk was, wat mijn insteek was, kon ik verder met het uitleggen van mijn plan voor Much, omdat er behalve 'meer bewegen' en het oefenen van spieren ook een verandering van voeding plaats zou moeten vinden. Much moet meer calcium binnenkrijgen om sterkere botten te kunnen ontwikkelen. Melk zou dus goed zijn voor hem, maar 'melk' wordt niet/nauwelijks door Gumuz gedronken: koeien zijn er genoeg, maar 'melk' wordt meestal weggegeven aan andere Ethiopiërs, zoals ik mij heb laten uitleggen (koeien dienen vooral als ruilmiddel bij conflicten e.d.). Groene groenten is natuurlijk een andere bron van calcium, maar ook dat staat niet op het dagelijkse menu van de Gumuz.
Gelukkig bleken de ouders inmiddels te begrijpen dat Much het meest geholpen zou zijn met 'melk' en gaven ze aan dat ze dit wel van iemand zouden kunnen krijgen. Ik heb de hoop dat de aanwezigheid van de vele andere dorpsgenoten het hen makkelijker maakt om 'melk' te vragen, omdat velen van hen wel enkele koeien hebben.
Na de 'positieve uitkomst' van het gesprek, waarin ouders (en dorpsgenoten) instemden met alle onderdelen van mijn plan (met grote hulp van de met de bal spelende en stralende Much!), mocht een foto natuurlijk niet uitblijven:



Na het gesprek was het wachten op een 'passerende bus', die mij als passagier mee terug kon nemen. Uiteindelijk kwam ik rond 15.00 uur terug in Gilgel, acht uur later dan ik vertrokken was ...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten